Wanneer zijn jullie met de Mei Academy gestart?
“Voordat ik in juli vorig jaar in dienst van Mei kwam, was er al de ambitie om de Academy op te zetten. Er liepen al wat zaken die onder de noemer van de Academy werden georganiseerd. Mijn eerste taak was die te verzamelen en er structuur in aan te brengen. De afgelopen jaren is Mei gegroeid van twintig naar vijftig medewerkers en dan kun je niet meer alles aan de lunchtafel regelen.”
In de architectenwereld ben je een buitenstaander. Wat trof je aan toen je bij Mei begon?
“Dat klopt, vakinhoudelijk is de architectuurbranche nieuw voor mij. Ik heb een achtergrond in HR, onderwijskunde en verandermanagement. Het is erg leuk om in de architectenwereld te duiken en het gebrek aan kennis biedt me de mogelijkheid om frisse en kritische vragen te stellen. Het viel me op dat er bij Mei, en volgens mij in de architectuur in zijn algemeenheid, al behoorlijk veel informeel geleerd wordt. Vergeleken met andere branches zijn er veel plekken en momenten on-the-job waar mensen kennis opdoen. Zeker op vakinhoudelijk gebied. Op dat vlak zie ik het vooral als mijn rol om medewerkers bewust te maken van dat leerproces. De grootste uitdaging ligt wat mij betreft in de ontwikkeling van Mei als lerende organisatie en het aanscherpen van de persoonlijke ontwikkeling.”
‘Groei en ontwikkeling zijn nodig om wendbaar te zijn en voorop te blijven lopen.’
Kun je daar wat meer over vertellen?
“Leren als organisatie is minder tastbaar dan vakinhoudelijk leren en bovendien ook erg afhankelijk van de individuen en de manier waarop die met elkaar in verbinding staan. Je kunt mensen bijvoorbeeld niet van de ene op de andere dag ertoe bewegen om zich meer kwetsbaar op te stellen. Bij de verschillende architectuuropleidingen ligt de nadruk op de inhoud en minder op het proces of de sociale vaardigheden die nodig zijn om op een prettige manier aan projecten te werken. Tegelijkertijd trekken architectenbureaus die trend ook door. We vinden het lastig om aan dat sociale aspect aandacht te besteden. Bij Mei proberen we dit wel te doen door projecten te ondersteunen met kick-offs en tussentijdse evaluaties. Daar koppelen we inhoud en proces aan elkaar. Ik schuif bijvoorbeeld vaak als coach aan om projectteams te begeleiden. Samen zorgen we ervoor dat we vooruit komen.”
Hoe krijg je de persoonlijke behoeften van individuele medewerkers inzichtelijk?
“Het is mijn rol mensen te inspireren hiervoor de eigen verantwoordelijkheid te nemen en ze vervolgens op de juiste manier te ondersteunen. Je kunt niet verantwoordelijk zijn voor de persoonlijke ontwikkeling van vijftig mensen. Iedereen hier is een professional in zijn of haar eigen vakgebied. Ik kan niet bepalen wat per persoon de volgende leerstap is, dat moet hij of zij echt zelf doen. Ook bij de invulling van vacatures houden we hier rekening mee en selecteren we mensen die nieuwsgierig zijn, die vragen durven te stellen en ondernemerschap tonen. Als organisatie maken we duidelijk dat we van onze medewerkers groei verwachten. De ontwikkelingen in de wereld en in de branche volgen elkaar zo snel op, dat stilstaan geen optie is.”
Hoe zorgen jullie ervoor dat medewerkers zelf verantwoordelijkheid nemen voor hun professionele en persoonlijke ontwikkeling?
“Daarvoor gaan we dit jaar onder andere werken met portfolio’s. Iedereen in de architectuurwereld solliciteert met een prachtig portfolio dat zijn of haar professionele ontwikkeling laat zien. Dat is vrij uniek ten opzichte van andere sectoren. Een portfolio eindigt bij ons niet op het moment dat je wordt aangenomen. Als werknemer van Mei ga je je portfolio uitbouwen en blijf je groeien als professional. Op regelmatige basis bespreken onze leidinggevenden de volgende vragen met hun medewerkers: Wat maakt jou uniek als talent? Wat heb je nodig om je te ontwikkelen? Op welke projecten wil je ingezet worden / Wat is de volgende pagina in je portfolio? Wat zijn je eigenaardigheden waar we rekening mee moeten houden?”
“De continue wisselwerking houdt zowel de individuele medewerker als het bureau scherp. Allebei moeten soms een stapje extra zetten om aan de onderlinge verwachtingen te voldoen. En soms moet je iemand ook teleurstellen als je hét bij die persoon nog niet ziet. Dat is niet altijd makkelijk, maar door er open over te zijn, help je iemand verder en kun je er samen aan werken de benodigde groei te verwezenlijken.”
De Mei Academy is een van de middelen om die groei vorm te geven. Hoe ziet de Academy er in de praktijk uit?
“Omdat het informele leren binnen het bureau al behoorlijk goed is ingebed, zien we de activiteiten van de Academy als momenten om met elkaar stil te staan en pas op de plaats te maken. De Mei Academy is nog volop in ontwikkeling en bestaat op dit moment uit drie bouwstenen. We geven interne cursussen over specifieke onderwerpen of voor specifieke doelgroepen. Onder de naam ‘Mei Inside’ en ‘Mei Outside’ houden we binnen- en buitenshuis inspiratiesessies rondom projecten. Vier à vijf keer per jaar organiseren we daarnaast een Studiosessie waarin we een onderwerp bespreken waarop we ons als organisatie willen verbeteren.”
‘De ontwikkelingen in de wereld en in de branche volgen elkaar zo snel op, dat stilstaan geen optie is.’
Wat zijn de belangrijkste zaken waar medewerkers tegenaan lopen?
“Ik zie dat met name startende architecten moeite hebben hun sociale vaardigheden op een effectieve manier in te zetten. Hoe houd je je staande binnen een bureau, maar ook daarbuiten bij een opdrachtgever? De ambitie om mooie projecten te maken, staat bij architecten duidelijk hoog in het vaandel maar bij het realiseren daarvan lopen ze zichzelf vaak voorbij. Extra eisen vanuit een opdrachtgever worden nog te vaak opgelost door harder te werken. Natuurlijk is het niet erg om af en toe samen door te halen voor een deadline, dat is de dynamiek van het werk. Maar op de lange termijn geloof ik niet dat het goed is structureel over te werken. Het is de uitdaging je sociale vaardigheden op een slimme manier in te zetten en daardoor sterker én professioneler in je schoenen te staan. Architecten mogen in mijn ogen trotser zijn op de spin-in-het-web-rol die ze in het bouwproces vervullen. De trots die ze hebben voor hun gebouwen, mogen ze ook hebben voor zichzelf als persoon.”